Hoe blijven we bereikbaar in de toekomst?

Sta je wel eens stil bij hoe vaak je onderweg bent? Volgens cijfers van het CBS legde de gemiddelde Nederlander ruim 11.000 kilometer af in 2022. Dat is bijna net zo ver als van Schiphol naar New York, én weer terug! Of je nu naar werk, school, de winkel om de hoek, de sportschool gaat, of lekker op vakantie, de vrijheid om je te kunnen verplaatsen is ontzettend belangrijk voor wie mee wil doen in onze samenleving. Maar het wordt steeds drukker in het verkeer. Om iedereen ook in de toekomst de ruimte te kunnen geven om zich vrij te kunnen verplaatsen, moeten we met slimme oplossingen komen.

De afgelopen jaren zien we steeds vaker dat het openbaar vervoer overvol zit tijdens de spits, en ook het verkeer loopt op bepaalde momenten vast op drukke wegen. Dit is niet alleen vervelend voor de reiziger die te laat op zijn werk of afspraak komt, maar ook voor de industrie die onze maatschappij draaiende houdt. Denk aan de distributiebedrijven die ervoor zorgen dat de winkels bevoorraad worden, de bezorgers met pakketjes of aan de bouwvakkers en bouwmaterialen op weg naar (woning)bouwlocaties.

Geen eenduidige oplossing

Als lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam zie ik uiteenlopende oplossingsrichtingen voorbijkomen die ervoor moeten zorgen dat onze infrastructuur niet verder vastloopt. Inmiddels weet ik één ding zeker: er is geen eenduidige oplossing voor dit probleem. Elke vervoerwijze heeft namelijk voor- en nadelen, en elk gebied heeft een eigen aanpak nodig.

Elk gebied een eigen aanpak

Het toenemende autobezit in Nederland speelt een grote rol als het gaat om het groeiende aantal files op de weg. Het is ontzettend belangrijk dat we zorgen voor hoogwaardig openbaar vervoer en een goed netwerk van en veilige fietsroutes. Daarmee bieden we in stedelijke gebieden aantrekkelijke alternatieven voor de auto. In landelijke gebieden is het echter niet haalbaar om een hele dag met lege bussen te rijden. Voor het afleggen van langere afstanden zal de auto hier voor veel mensen een belangrijke rol blijven spelen.

Ik zie daarom wel kansen voor deelmobiliteit in landelijke gebieden. Op dit moment zie je dat autodelen steeds populairder wordt in en rondom grote steden. In landelijke gebieden komt deelmobiliteit nog moeilijk van de grond. Toch geloof ik dat het waardevol is om het autodelen ook in landelijke gebieden te introduceren en faciliteren. Daar kunnen we huishoudens namelijk mogelijk een goed alternatief bieden voor een tweede (of zelfs derde) auto.

Gedragsveranderingen

In mijn werk als bestuurder richt ik me graag op dit soort praktische oplossingen zoals deelmobiliteit. 

Op het gebied van ov ben ik bijvoorbeeld ook erg enthousiast over het ‘R-net Metrobus’ concept: Lange, elektrische bussen op vrijliggende busbanen. 

Qua snelheid en capaciteit vergelijkbaar met een metro of tram – maar flexibel inzetbaar en bovendien goedkoper in de aanleg. Perfect dus voor het ontsluiten van grote nieuwe woonwijken.

Maar met alleen praktische oplossingen lossen we de toenemende drukte in het verkeer niet op. We zullen daarnaast echt naar ons gedrag moeten kijken en onze reisbewegingen beter moeten spreiden over de dag. We werken tegenwoordig al vaker thuis, maar op de dinsdag en donderdag kan ook het ov het aantal reizigers tijdens de spits nauwelijks aan. Het is ook eigenlijk best gek dat we massaal reizen rond dezelfde tijdstippen. Dit kan onze infrastructuur – zelfs met alle bovenstaande innovaties – simpelweg niet aan.

Geef een reactie