In de Jan Eef regelen ze het zelf wel

Artikel in Parool over de start van de eerste pilot van de freezone. Door de discussie over ”Stad in Balans” zijn er mensen bang dat de belangen van de bewoners niet worden meegenomen. Maar in de Jan Eef zijn de bewoners ook vertegenwoordigd in de ondernemersvereniging en besluiten ze met elkaar welke maatregelen er worden genomen om de straat een extra impuls te geven. Om met Loesje te spreken ”Je zorgen maken is de verkeerde kant op fantaseren”

Jan Eef Parool

 

Het Parool: In de Jan Eef regelen ze het zelf wel

Freezone:Eerste regelvrije zone start binnenkort

De Jan Evertsenstraat wordt een ‘freezone’, waar stedelijke regels en vergunningen niet gelden, en bewoners en ondernemers samen bepalen wat wel en niet mag.
Bij Aladdin’s Notenhoek, al zestig jaar op het Mercatorplein, laat eigenaar Joop Sierat zijn vier ramen zien. Bij twee staan de naam en het motto van z’n winkel op het raam geschilderd (‘Nootjes, wonderlijk vers’), bij de andere twee staat precies hetzelfde op plexiglazen platen die áchter het raam hangen. “Die twee met plexiglas zijn nieuw,” zegt hij. “Voor die twee ouwe ramen moet ik precario betalen, voor die andere niet, terwijl de uitwerking precies hetzelfde is. Belachelijke regels. Er mogen er van mij een heleboel weg.”

Plantenbakken en een zitje op de stoep, een kopje koffie schenken tijdens het winkelen of een glaasje wijn bij de knipbeurt, een winkelruimte gebruiken als woonhuis of andersom – het zijn dingen die nu nog veelal onmogelijk zijn, wegens de strenge handhaving van regels en vergunningen. VVD-raadslid Marja Ruigrok kwam twee jaar geleden met een voorstel om zogenoemde ‘freezones’ uit te roepen: kwakkelende winkelstraten die ‘regelvrij’ moesten worden verklaard.

In de Jan Evertsenstraat wordt intussen druk overlegd waar zo’n regelvrije zone uit zou moeten bestaan. Gerolf Bouwmeester, stadsdeelvoorzitter van West: “Een ruimte waar ondernemers, bewoners en overheid zelf bepalen wat wel of niet mag geeft meer vrijheid, maar vraagt ook meer verantwoordelijkheid. We zijn er nog niet helemaal uit hoe: er is nu een klankbordgroep, dan komt er inspraak van bewoners.” De regelvrije zone is dus nog niet van kracht, omdat eerst met de bewoners wordt besproken welke regels er wel en welke niet zullen verdwijnen. Jeroen Jonkers van de winkelstraatvereniging hoopt tegen november rond te zijn. “Het wordt een experiment waarbij we gaan kijken welke regels weggelaten of versoepeld kunnen worden, zodat er meer plannen van de grond komen. De hele buurt is opgeroepen plannen in te sturen.”

Marina Slabbers en Laura Brinkhorst van Toon, een podiumwinkel waar kleine ondernemers hun waren kunnen verkopen – “conceptstore vinden we zo’n stomme term” – kunnen niet wachten en hebben zelfs al een beetje een voorschot genomen op de regelvrijheid. Brinkhorst: “We hebben bloemetjes op de stoep gezet en borden opgehangen. De man van de ijzerhandel zei: “Daar moet je een vergunning voor hebben, hoor!” Dus ik zei meteen: “Freezone!”

Slabbers: “Ik snap best dat je niet zomaar van alles mag uitspoken waar anderen last van hebben. En ik snap ook dat je iets moet betalen als je bijvoorbeeld van de openbare weg gebruikmaakt. Maar het zou zo fijn zijn als die brij van regels en vergunningen er niet was; dat je als ondernemer gewoon zou kunnen begínnen.” Bij de nieuwe regels willen ze hun koffiehoekje, dat je nu aan de buitenkant van het pand niet mag kunnen zien, een zichtbaarder plek geven.

Mohamed Qara van bruin café ’t Stoplicht aan de overkant had nog niet van de regelvrije zone gehoord, net zo min als de eigenaar van snackbar Marja. Maar nu de verslaggever het zo vraagt- allebei zien ze zeker mogelijkheden. Qara: “Die precariobelasting voor letters op het raam vind ik belachelijk. En ik zou best een klapbankje bij de weg willen, voor rokers.” Snackbar Marja droomt al een tijd van ruimere openingstijden.

Jonkers: “Natuurlijk moet dit allemaal in uitgebreid overleg met de bewoners. Het moet geen anarchie worden en overlast moet worden voorkomen, maar we willen wel naar een soort ‘ja, mits’-model, waar nu nog vooral ‘nee’ heerst. De regels die er nu zijn werken vaak verstikkend.”

Bouwmeester: “Het zou natuurlijk nog steeds kunnen dat het finaal mislukt. Maar het beeld dat we hierbij hebben is zo positief, dat we het in elk geval willen proberen.”
‘Ik wil voor rokers een klapbankje, en niet betalen voor letters op het raam’

Geef een reactie