SPAARNWOUDE – Het boekwerk met de titel De tijd is terug in Spaarnwoude over de geschiedenis van de twee uurwerken in de Stompe Toren is onlangs gepresenteerd door Stichting Vrienden van de Stompe Toren. Dit alles in aanwezigheid van wethouder Marja Ruigrok van de gemeente Haarlemmermeer, Willeke de Groot, directeur van het Noord Hollands Archief en belangstellenden.
Uit eeuwenoude geschriften blijkt dat het kerkje na de laatste herbouw in 1764 beschikte over een uurwerk, destijds gebouwd door Willem Kok uit Haarlem. Dit uurwerk heeft de tand des tijds niet doorstaan. Het is nog wel aanwezig maar restauratie was niet meer mogelijk. In april 2015 ging een lang gekoesterde wens van Stichting Vrienden van De Stompe Toren in vervulling: de officiële ingebruikstelling van het nieuwe uurwerk in de kerk, een museaal stuk dat had behoord tot de collectie van Museum het Dolhuys in Haarlem. Het uurwerk werd in werking gesteld door Johan Remkes, commissaris van de koning in Noord-Holland en voorzitter van het Prins Bernard Cultuurfonds.
De klok horen luiden en niet weten waar de klepel hangt.
Na een kort welkomwoord door voorzitter van de stichting, Ruud van Dobben, begon samensteller van het boekwerk, Henk Koelman met de woorden: “De klok horen luiden en niet weten waar de klepel hangt.” Dat was namelijk het probleem waar het bestuur van de stichting mee zat: hoe voorkom je dat toekomstige beheerders/eigenaren van het kerkje met hun handen in het haar zitten en niet weten hoe het uurwerk in de toren functioneert. Dus vandaar dit boekwerkje. Hierin staat precies beschreven hoe het mechanische gedeelte maar ook het elektrische gedeelte van het uurwerk in elkaar zit. Ook wordt de werking van de zogenaamde slingervanger beschreven. Het eindresultaat is dat er nu weer sprake is van openbare tijdsaanduiding in Spaarnwoude.
Officiële overhandiging
Uit handen van Van Dobben en Koelman mochten vervolgens Marja Ruigrok en Willeke de Groot de eerste exemplaren van het boekwerk ontvangen. “Mooi dat jullie hiermee de uurwerken die in dit bijzondere monument in onze gemeente staan onder de aandacht brengen”, meldde Ruigrok in haar slotwoord.
Onder het genot van een hapje en drankje werd nog geruime tijd nagepraat met alle aanwezigen.
