Op handelsmissie met minister Kaag, show it ladies!

Gisteren mocht ik met zeven andere vrouwelijke ondernemers uit Nederland mee op handelsmissie met minister Sigrid Kaag naar België. Ok, Colombia was ook leuk geweest, maar België is niet verkeerd ;-). We hadden een lunch op de residentie bij ambassadeur Maryem van den Heuvel met Belgische onderneemsters, we deden inspiratie op bij MolenGeek, een centrum voor digitaal ondernemerschap en we bezochten HTEC Living Tomorrow, waar we naast een slimme spiegel ook andere Nederlandse onderneemsters ontmoetten voor uitwisseling van ervaringen met zakendoen in België. 

Maar waarom nou speciaal een missie met vrouwelijke ondernemers? Zoals Maryem al zegt, zit er geen verschil in competenties tussen mannen en vrouwen, dus waarom dan de speciale aandacht? Vanwege de cijfers! Helaas is het nog steeds zo dat er minder vrouwelijke ondernemers, bestuurders, leiders zijn, dat vrouwen minder betaald worden en dat er minder in vrouwelijke bedrijven wordt geïnvesteerd. Dat laatste is natuurlijk extra dwaas omdat uit de statistieken blijkt dat vrouwen vaak succesvoller zijn in het ondernemerschap dan mannen. Daarom is het goed dat er ook fondsen zijn die juist open staan voor vrouwelijk ondernemerschap, zoals We Jane in België en Karmijn en The Next Women Crowd Fund / Borski (io) fonds in Nederland. Want ‘’empowerd women empower women’’ zoals ze bij The Next Women zeggen.

Maar ik dwaal af. Zelf ben ik nooit een erg enthousiast geweest over vrouwennetwerken en extra aandacht voor vrouwen. Waarom zou je vrouwen anders benaderen dan mannen? Voor mij viel het allemaal een beetje onder de noemer ‘’wijvengezeik’’. Zo vond ik het ook gek dat er een Next-business-manverkiezing is (toch zat ik ooit als enige kaaskop in het bestuur) of een etnische-zakenvrouwverkiezing. Waarom niet gewoon meedoen met de Zakenvrouw van het jaar? Of met de ‘’Zakenpersoon’’ van het jaar?

Maar in de loop van mijn ondernemerschap ben ik erachter gekomen dat het niet gaat om hoe ik er naar kijk (of hoe ik het persoonlijk heb ervaren), maar om het gat dat nog steeds bestaat! Er zijn nog veel te weinig diverse zakenmannen en -vrouwen en vrouwen zijn nog steeds niet daar waar ze moeten zijn. Punt. Dus ben ik gaan geloven in rolmodellen. Positief en enthousiast. Niet klagen wat er allemaal niet kan, maar benadrukken wat er wel mogelijk is. En hoe kan je dat beter doen door het te laten zien? Joëlle Frijters gaf een mooi voorbeeld van een kinderboek waarin een meisje een tech-startup begint en verliefd wordt op haar developer, niks geen zielige meisjes of prinsessengedoe. Maar een inspirerend voorbeeld over hoe het ook kan.

We waren met een hele groep inspirerende vrouwen. Vrouwen die enorme bedrijven aan het leiden zijn, vrouwen die hun bedrijf alweer verkocht hebben en investeren in andere bedrijven. En dat allemaal onder de bezielende leiding van een vrouwelijke ambassadeur en een vrouwelijke minister. Ook de Zeeuwse Anoesjka Imambaks vind ik een schitterend voorbeeld van wat er allemaal kan: een eigen bedrijf en directeur van een wereldwijde organisatie. Dat moeten meer meisjes en vrouwen zien. Zodat ze gaan denken: “Dat kan ik ook!” We moeten laten zien dat vrouwen succesvol zijn in ondernemen, dat je als vrouw kan investeren of dat je in de raad van bestuur van de voetbalclub in Leuven zit en dan constateert: ‘’Vrouwen emotioneel? Dan moet je die mannen horen over de trainer. Ik zeg gewoon: die presteert niet, die moet er uit!’’.

Zo is dat!

Show it ladies!

* Op de foto in de header: de ‘’treindames’’ Eline Leijten, Désirée van Boxtel, Anoesjka Imambaks en Marian Spier

Geef een reactie